Vliegende gitaren, eetbare elpees en de stem van David Attenborough op Circolo

Circusfestival Circolo is tien dagen thuis in het Spoorpark in Tilburg en toont de veelzijdigheid van hedendaags circus. In meerdere tenten zijn voorstellingen, met het Franse Le P’tit Cirk als publiekstrekker. Naast grote voorstellingen zijn er ook kleinere waarin talenten laten zien wat ze in hun mars hebben. Een impressie van het eerste weekend.

In een van de eerste scènes van het overweldigende spektakel ‘Les Dodos’ van Compagnie Le P’tit Cirk balanceren vijf artiesten op rechtopstaande gitaren. De klankkasten steunen op de vloer, de halzen wijzen naar de nok van de tent. Het is een veelbelovend poëtisch plaatje waarbij de vijf zelf op gitaar spelen, later ook op viool en contrabas. De voorstelling eindigt met eenzelfde tafereel, ingetogen, fragiel, romantisch. Tussen begin en eind van ‘Les Dodos’ ontvouwt zich een voortreffelijk schouwspel met muziek, humor acrobatiek en trapezeacts. De ererol is voor de gitaar, beter: voor meer dan twintig klassieke gitaren.

Vermaken met gitaren

‘Les Dodos’, een van de grote voorstellingen van circusfestival Circolo, reist al meerdere jaren door Europa. Op het circusfestival in Tilburg was de Nederlandse première. Op een gitaar kun je muziek maken, logisch, dat is een open deur, maar de vijf artiesten van Le P’tit Cirk tonen dat er met dit snaarinstrument zoveel meer mogelijk is. Je kunt erop balanceren, proberen je evenwicht te bewaren op één staande gitaar, maar ook op een alsmaar hoger worden stellage van op elkaar gestapelde gitaren.

De instrumenten liggen dan met de gewelfde zijkanten op elkaar waardoor de hals, snaren en fretten voor het publiek zichtbaar zijn. Daar staat een acrobaat bovenop en steeds plaatst hij er een gitaar bij, drie, vier, vijf. Als het hem hoog genoeg lijkt, dringt een collega nóg een gitaar op – de voorstelling is doorspelt met humor, plagerij en (soms) gespeelde onnozelheid. Het gaat bij ‘Les Dodos’ niet zo zeer om diepere lagen, maar vooral om het vermaken van het publiek met uitmuntende acts. Op circusfestival Circolo werkt dat uitstekend, zo blijkt uit het enthousiasme van het publiek.

Als een hindernis voor springruiters

In een volgende scène staan twee torens met gestapelde gitaren naast elkaar, de halzen zijn naar elkaar gericht. Het obstakel met horizontale balkjes en snaren oogt als een hindernis voor springruiters. De openingen tussen de gitaarhalzen zijn net groot genoeg om doorheen te springen en te duiken, in ieder geval voor de ervaren artiesten van Le P’tit Cirk. Dat doen de acrobaten in sneltreinvaart en met allerlei patronen. Een acrobaat duikt door de spijlen, wordt aan de overzijde meteen door een liggende acrobaat met de voeten opgevangen en teruggeworpen.

Veel afwisseling en ontwikkeling

Met gitaren kun je ook gooien, heel hoog zelfs, tot aan de nok van de tent, zo tonen de artiesten. Steeds vangt een andere acrobaat het instrument op. Het spektakel gaat in een snel tempo verder en er is veel afwisseling en ontwikkeling. Ook klimmen de acrobaten op elkaars schouders, tweehoog, driehoog en uiteraard vliegt dan een gitaar de lucht in zodat de bovenste artiest erop kan tokkelen. Halverwege de voorstelling is verstilling. Twee in elkaar verstrengelde acrobaten bespelen de gitaar die op de romp van de ander hangt.

Steeds meer gitaren worden de tent binnengedragen. Op een gegeven moment staan er tweeëntwintig gitaren in de piste, in een cirkel, de klankkasten verticaal, de halzen rustend op de grond. De kleine acrobate Alice Barraud loopt over de instrumenten, van gitaar naar gitaar. In die zojuist met gitaren gecreëerde piste zijn korte acts: een artiest klimt op de schouders van Alice van Barraud en staat dan rechtop. Barrau toont het publiek haar spieren. Haar boodschap is duidelijk: ik ben een sterke vrouw. De vioolspeler onder de artiesten laat zijn instrument op zijn kin balanceren en krijgt daarna tot zijn ontzetting een contrabas in zijn armen gedrukt. Probeer het hier maar eens mee! Eerder al galoppeert een acrobaat als een dressuurpaard door de piste. Er is volop gekte bij ‘Les Dodos’.

De dodo’s gaan werkelijk vliegen

(SPOILER ALERT) De rust duurt niet lang. Ineens wordt duidelijk waar de twee grote, ijzeren constructies aan weerszijden van de tent voor dienen. Onverwacht halen de artiesten die naar beneden waardoor een installatie voor trapezewerk ontstaat. De dodo’s gaan werkelijk vliegen. Een artiest wordt door de werper omhoog gegooid, opgevangen en dan naar de vanger aan de andere kant geworpen. Iedereen komt aan de beurt. Zelfs die ene artiest die vooral laat zien hoe angstig hij is, moet eraan geloven. (EINDE SPOILER ALERT)

Ook in deze scène bewijzen de acrobaten hoe veelzijdig ze zijn. Musiceren, balanceren, dansen, klauteren, salto’s, hoge sprongen, af en toe de clown uithangen en dan ook nog de trapeze inklimmen, deze artiesten beheersen veel disciplines, al is zichtbaar dat de een in sommige disciplines meer is gespecialiseerd dan de ander. Dat verschil vangen de vijf losjes op, de optelsom van krachtige, inventieve acts blijft indrukwekkend.

Sterk en licht van toon

Het is niet verwonderlijk dat Le P’tit Cirk al zo lang met ‘Les Dodos’ van stad naar stad reist. Het concept is sterk, licht van toon en toegankelijk voor een breed publiek. Het gebruik van klassieke gitaren, van steeds meer gitaren, is origineel en levert bovendien prachtige plaatjes op.

Op zoek naar het experiment

Hedendaags circus ontwikkelt zich snel, er zijn veel experimenten en kruisbestuivingen met andere kunstvormen. Le P’tit Cirk is een uitstekende aanjager op Circolo zodat het publiek vandaaruit nieuwsgierig op zoek kan gaan naar het experiment binnen het circus. Voor die vernieuwing is het publiek bij de Nederlandse circusmaker Luuk Brantjes aan het goede adres. Ook hij is te zien op Circolo met de première van de nieuwe voorstelling.

In ‘Symbiosis’ van Luuk Brantjes (acrobatiek) en Kolja Huneck (jonglerie, objectmanipulatie) zit eveneens een overduidelijke verwijzing naar muziek, in dit geval naar de elpee en ook hier wordt die muziekdrager he-le-maal anders gebruikt dan de toeschouwer zou verwachten. Zelf gebruiken de makers de term ‘magie nouvelle’: een creatieve, eigentijdse invulling van goochelen en illusionisme, met een mix van wetenschap, kunst en theater.

Op Circolo speelt deze eigentijdse, beeldende, ook donkere voorstelling in De Dome, een koepeltent met onder het tentdoek een veelvormige stalen constructie waarlangs Luuk Brantjes naar hartenlust door de nok van de tent kan klimmen. De sfeer van de voorstelling is verstild, poëtisch, ook absurd, humoristisch, spannend en eigentijds, met een belangrijke rol voor de vormgeving. De grenzen van hedendaags circus, voor zover er die zijn, worden in ‘Symbiosis’ afgetast. Ook hier sluiten begin- en eindbeeld op elkaar aan.

Met het hoofd vol zandkorrels

Het publiek zit bij ‘Symbiosis’ aan weerszijden van een smalle verhoging, een soort catwalk, en ziet een hoopje zand waar twee benen en een deel van de romp uitsteken. Het zijn de benen van acrobaat Luuk Brantjes. Ook loopt een man (Kolja Huneck) rondjes met een kleine, witte kruiwagen. De acrobaat ontworstelt zich uit zijn gevangenschap, komt overeind, met het hoofd vol zandkorrels. Die plakken op zijn gezicht, druppelen naar beneden. Hij pakt een baal zand die op de verhoging staat en klautert via de stalen constructie van de tent omhoog. Daar hangen nog meer balen. Op een daarvan gaat Brantjes zitten en zo vindt hij een plekje om in alle rust van boven te kunnen zien wat beneden gebeurt.

Een geniale truc

Kolja Huneck toont daar een wonderlijke wereld van objectmanipulatie en illusionisme. Hij legt een stapel elpees op de verhoogde vloer, pakt er een op en laat daar een miniatuur bestelbusje overheen rijden. Het voertuig beweegt uit zichzelf, zo lijkt het. Huneck plaatst het busje ook op andere platen en steeds is iets andere muziek te horen. De platen blijken ook makkelijk te breken, zelfs eetbaar en ze zijn niet allemaal zo stevig als het lijkt. Het is een geniale truc, weloverwogen en in alle rust uitgevoerd, zonder dat het publiek doorheeft wat er werkelijk gebeurt.

Relatie tussen mens en natuur

De acts van Brantjes en Huneck wisselen af. De acrobaat klautert naar beneden, speelt met het zand, dat op een gegeven moment lijkt te bewegen. Vanuit een baal in de nok stroomt een straal zand naar beneden. Als het licht vervolgens weer op Kolja Huneck schijnt en hij in de spotlights staat, zijn de elpees verdwenen. Hij zit met besmeurd gezicht een onbestemde, zwarte substantie te eten waarvan hij ook jongleerballen kan kneden.

Twee artiesten, twee uiteenlopende disciplines, verschillende verhalen en toch voelt het alsof ze bij elkaar horen, alsof ze een eenheid vormen. Overkoepelend is de relatie tussen mens en natuur. Ook levende natuur, zo suggereert Huneck als hij een worm (of wat op een worm lijkt) uit het zand plukt. Luuk Brantjes is gespecialiseerd in teeterboard, de circuswip. In zijn geval is een baal zand zijn tegenspeler en contragewicht. Deze wip is onderdeel van een grotere installatie op de verhoging. Brantjes staat op de plank, draait rondjes, 360 graden, op het moment dat zijn tegenspeler, de juten baal, steeds meer zand verliest. De beelden die Brantjes en Huneck al spelend crëeren zijn mooi en curieus. Het publiek zit er met de neus bovenop en dat maakt de beleving indringend. Het is wonderlijk om te merken dat twee disciplines die ver van elkaar staan zo vanzelfsprekend samensmelten.

Acrobatiek als een natuurdocumentaire

Circolo biedt ruimte aan talenten, ook aan (oud-)studenten van de hbo-circusopleiding in Tilburg. Zo toont Aylish Bik haar solovoorstelling ‘Planet Circus’. Zij presenteert de wereld van de acrobatiek, in haar geval van de handstandartiest, als een natuurdocumentaire. Ze draagt een pakje met glitters waardoor haar bewegingen nog duidelijker zijn te volgen. Ze beweegt over de vloer en toont handstanden, in meerdere vormen. Op de achtergrond klinkt de stem van natuurdocumentairemaker David Attenborough. Zijn donkere stem verhaalt over de keiharde wereld van circus die hij omschrijft als een wereld waarin het moeilijk is om te overleven. De gesproken tekst concentreert zich op de biotoop van de het zeldzame soort de handstandartiest.

De donkere stem van Attenborougd beschrijft en duidt wat Aylish Bik op dat moment op het podium doet, alsof hij ernaar kijkt en het becommentarieert. Ook blijkt uit de tekst dat een handstandartiest zich alleen maar kan handhaven als die op één hand kan balanceren. Op dat moment kantelt de voorstelling en neemt Aylish Bik het initatief en bijt van zich af. ‘Planet Circus’ is work-in-progress, maar nu al wordt duidelijk dat deze korte performance veel potentie heeft. Het concept is knap bedacht en compromisloos, ook is het mooi en zonder te veel opsmuk uitgevoerd. Leuk om op Circolo zo’n jong talent aan het werk te zien.

all-inclusive all-out queer hoogmis

In het eerste weekend van Circolo was ook ‘Beyond’ te zien, gemaakt door Piet Van Dycke. Hij is opgeleid op de Dansacademie in Tilburg.  Ook de artiesten van Collectif Malunés zijn in Tilburg opgeleid. Deze circuscompagie die thuis is in België en Frankrijk speelt tijdens de laatste vier dagen van Circolo (16 t/m 19 oktober) het programma’ Tout va hyper bien’ (alles gaat super goed). De sfeer is die van een nachtclub met een band en in deze voorstelling is een grote rol voor het publiek weggelegd. In ieder geval staat de toeschouwer met de neus op de acts, ook op de luchtacrobatiek. In dit eerste weekend was de cast van Malunés de host van ‘Néon Cru-Sade’. Het festival omschrijft dit evenement als een all-inclusive all-out queer hoogmis. Op Circolo is een traditie aan het ontstaan om elke editie een programma te presenteren voor de queer community. Binnen de circuswereld voelen meerdere artiesten zich daar senang. Ook zijn er uiteenlopende circusacts in dit groeiende genre.

Processie met priester en non

In werkelijkheid is het avondvullende programma gemaakt voor een breder publiek. ‘Néon Cru-Sade’ is een danceparty met het publiek midden in de tent en sommige toeschouwers iets voorzichtiger op afstand op de tribune. Er is een bar, een dj met dansbare, opzwepende muziek en er kan tot middernacht worden gedanst in de bordeauxrode circustent. Tussendoor zijn er acts met een crossover van acrobatiek en lichte erotiek. De show begint met een processie met artiesten verkleed als priester, non, andere religieuzen en zondaars. Er is een striptease waarbij de non nagenoeg helemaal uit de kleren gaat, de pastoor later ook, en er wordt sensueel gedanst.

Het publiek is divers

In de loop van de avond dalen uit de nok van de tent circusattributen als een grote ring en trapeze-installatie neer waaraan luchtacrobaten boven het publiek hun kunsten tonen. Ook hier gaan kledingstukken uit. Het publiek is divers, maar bestaat deels uit circusmensen, zo blijkt als in de piste een acrobaat op de schouders van de collega klimt. Dat kunnen veel dansende toeschouwers ook, zo wordt onmiddellijk duidelijk. In no time staan veel mensen op elkaars schouders, tweehoog, een enkele keer driehoog. De queer hoogmis is vooral een party, dansen, praten, drinken, beleven en meedoen, in een opgewonden sfeer met humor, spot, muziek en acrobatische acts.

FOTO'S: @Jostijn Ligtvoet