Bij het Scottisch Dance Theatre kruipen de dansers als vogels uit het nest om voor het eerst te gaan vliegen

Gepubliceerd op 9 november 2025 om 12:51

De openingsscène van ‘The Flock’ van het Scottisch Dance Theatre is een visueel pareltje. Negen dansers staan met het gezicht naar het publiek, de armen gespreid. Ze imiteren het gedrag van vogels die aanstalten maken om te gaan vliegen. Een danser springt op, vaker springt iedereen, synchroon. Een ander spreidt de armen, een derde zakt door de knieën om daarna de armen wijd te spreiden in een poging om op te stijgen. Tevergeefs.

Dan gaat iedereen door de knieën, de handen zijn naar beneden gericht en bewegen losjes naar elkaar, om vervolgens met beide armen, noem het vleugels, een uitgestrekte, intensieve vliegbeweging te maken. Het is ieder voor zich en toch samen.

Het gedrag van vogels

De vogeltrek en het fascinerende gedrag van vogels zijn de inspiratie voor deze choreografie van Roser López Espinosa. Maar vliegen, het luchtruim verkennen zit er niet in voor de dansers, althans niet in het begin. Ze raken uitgeput, vallen op de grond en blijven uitgeteld liggen. Niemand wordt aan zijn lot overgelaten, want de ene danser probeert de ander overeind te helpen. Dat opstaan gaat niet vanzelf, de liggende dansers zijn als stoffen poppen en maken alleen de beweging die wordt ondersteund door de ander. Meteen daarna vallen ze weer op de vloer.

Langzaam sluipt er acrobatiek in de voorstelling. Die staat in dienst van scènes waarin de dansers elkaar helpen om te leren vliegen.  Een performer houdt een collega vast aan beide benen en zwaait hem in het rond. Een andere danser neemt over. Een volgende ligt op de buik van een danser en wordt omhooggestuwd. De performers dragen elkaar, soms boven het hoofd, en werpen elkaar van de een naar de ander. Ook is er solo’s die doet denken aan een vogeltje dat voor het eerst het nest verlaat en de begintechniek van het vliegen onder de knie probeert te krijgen.

Intensief, van klein naar groot

Gaandeweg bewegen de dansers weer in ensemble. Ze rennen rondjes over de vloer, een arm in de lucht, alsof ze leren om een vleugel te spreiden, spanningsvol voor wat komen gaat. De choreografie wisselt in intensiteit, gaat van klein naar groot, van ingetogen naar snel, van individu naar collectief en verbeeldt een herkenbaar gegeven uit de natuur. En ergens gaan deze inspanningen ook over mensen die steeds hogere doelen nastreven.

De uitvoering is voortreffelijk, al is het middenstuk beduidend minder intens, ook iets minder spannend dan het begin en het slot. Het Scottisch Dans Theatre beschikt over uitstekende dansers. Maar wat deze dansers ook in hun mars hebben, vliegen blijkt te hoog gegrepen. Dat neemt niet weg dat de choreografie afsluit met een pakkende, spetterende scène met performers die zich weer groeperen. Zo vrij als een vogel snellen ze door de eindeloze ruimte.

Keltische muziek

The Scottisch Dance Theatre bracht ‘The Flock’ tijdens het Internationaal Dans Festival in Lublin. Elk jaar staat daar een groot, gerenommeerd gezelschap, deze keer uit Schotland. Na de pauze toonde het dansgezelschap ‘Moving Cloud’ van choreograaf Sofia Nappi met daarin een grote rol voor Keltische folkmuziek.

Uitbundig en feestelijk

Het stuk begint eenvoudig, begeleid door banjo en viool, en eindigt uitbundig en feestelijk. Het heeft veel weg van de sfeer van folkloristische dans, maar  is dat niet. Het is hedendaagse dans waarbij volksdans is geabstraheerd en naar een hoger niveau wordt getild.

De dansers rijgen een breed palet aan bewegingen aan elkaar, solo, als ensemble, waarbij lichaamsdelen alle kanten opfladderen en de vreugde ervan afspat. Vaak bewegen de dansers laag bij de grond, door de knieën gebogen, schuifelend over de vloer, dan weer rollend, en altijd boordevol energie en dynamiek. 

In het begin is het nog enigszins ingetogen, met onverwachte, gedraaide, onwaarschijnlijke bewegingen, het eind is een groot volksfeest, sterk gedanst. Opvallend zijn de kostuums van de dansers: wijde witte shirts en rokken. De stof waaiert uit en vergroot zo de bewegingen van de performers. De kostuums, ook de rook op de vloer, leggen tegelijkertijd een laagje mystiek over deze choreografie.

In het stuk is alle ruimte voor Schotse folkmuziek, onder meer van Cormac Byrne, Greg Lawson, Charlie Stewart en Innes White. Hun muziek zweept de dans op. Erg leuk om naar te kijken én te luisteren.

De inspiratiebronnen voor Dorine Mugisha

Naast het Scottisch Dance Theatre zijn er in 2025 meer Schotse performers te gast in Lublin. Dorine Mugisha bracht de korte autobiografische solo ‘Akanana Sweet Banana’. Ze speelt daarin meerdere personages die belangrijk zijn of zijn geweest in haar leven en biedt het publiek zo een onverhuld persoonlijk portret.

Dat begint met een opening met een Afrikaanse vrouw in kleurrijk gewaad die het publiek verwelkomt met bananen. Het is een traditioneel, stereotype beeld, maar ook een afspiegeling van haar roots. Ze kruipt in de huid van een zangeres als de stem van Edith Piaf is te horen met ‘Non, je ne regrette rien’ en ze gooit de haren wild los als hiphop uit de boxen klinkt en ze uitzinnig als een urban dancer beweegt.

Steeds zijn er verkleedpartijen. Zo trekt ze een blouse aan, zet een petje op en is dan ineens een vader met enorm hoge verwachtingen van zijn dochter. Dorine Mugisha is een energieke performer en een sterke persoonlijkheid. Ze geeft zich volledig en is in bezit van een fijn gevoel voor humor..

Een weldadige ervaring

En wat een aangename, hypnotiserende voorstelling is ‘Through Warm Temperatures’ van Mele Broomes. Ook uit Schotland. Noem het een behaaglijk warm bad, een rituele healing, waarin dans, zang, muziek en licht een uitgebalanceerde eenheid vormen. Er is ontspanning, harmonie, later iets meer intensiteit en er wordt zelfs even vrijuit gelachen. In deze context doet dat onmiddellijk denken aan een aanstekelijke lachtherapie. Deze voorstelling is een weldadige ervaring. Je wordt er als vanzelf in meegezogen.

Voor deze performance met een live-muzikant, dansers die zingen én zangers die dansen, is de multidisciplinaire artiest Mele Broomes geïnspireerd door wonderolie, het eeuwenoude geneeskrachtige middeltje. In deze voorstelling gaat ze met de performers op zoek naar hedendaagse equivalenten van de oude, ontspannende wonderolie.

Prachtige, krachtige stem

Meteen aan het begin van de voorstelling is te zien dat twee performers zich met olie insmeren. Ze zitten voor op de vloer, met de rug naar het publiek. Vrij snel wordt dan duidelijk dat er op veel plekken op de vloer het een en ander gaat gebeuren. In de hoek achteraan staan drie microfoons, links daarvan zit muzikant Simone Seales. Zij speelt cello en maakt met elektronische apparatuur warme soundscapes. Zelf heeft Mele Broomes een prominente rol in het stuk. Ze danst en laat het publiek horen dat ze over een prachtige, krachtige stem beschikt.

Naast de muzikant zit een performer op een stoel. Zij imiteert bewegingen en geluiden, soms lijkt het gebarentaal. Ze volgt de anderen, zonder haar plaats te verlaten. In ieder geval in het begin van ‘Through Warm Temperatures’. Het is een opmerkelijke rol die vragen oproept en daardoor ook de aandacht trekt. Gedurende de voorstelling wordt haar rol, hoe klein ook, steeds groter.

'I have to listen more' 

Midden op de vloer bewegen drie performers synchroon. Hun handelingen zijn klein, afgemeten en bijna in slow motion uitgevoerd. Het voelt meditatief aan. Een knik door de knieën, het lijf even naar voren, het hoofd omhoog. De ene bedachtzame beweging volgt de ander. Het licht varieert, het ene moment is er een rode gloed, dan weer een blauwe.

De muziek is prachtig, de zang ook en dat komt tot een climax als Mele Broomes zelf in het middelpunt staat en haar stem deelt met het publiek. Dansers wandelen naar de microfoon, zingen, uiten een zin (‘I have to listen more’) en zijn even later weer op een andere plek op de vloer. Elke beweging is aandachtig, beheerst en verzorgd, zelfs de uitspattingen lijken gecontroleerd.

Een speld horen vallen

Deze voorstelling is een kalmerende ervaring die vraagt om overgave van het publiek. Tijdens het optreden op het Internationaal Dans Festival in Lublin werkt dat goed. Een uur lang kan je een speld horen vallen. Ook op de momenten dat de intensiteit van de beweging en geluid toeneemt.  

‘Through Warm Temperatures’ is meer dan een voorstelling. Het is een meditatieve ceremonie.

Foto's: Maciej Rukasz en Pjotr Jaruga