Overleven in de jungle van Panama Pictures

Het is een bijzonder beeld: verticale, beweegbare boomstammen en hoog in de lucht een zwevend raamwerk met daarop zeven dansers. Het is een jungle waarin ze moeten overleven. Met 'The man who fell from te sky' gaat Panama Pictures onverdroten voort op de ingeslagen weg: dans met circus, maar vooral met het uitvergroten van een dynamische mancave met haantjesgedrag, rivaliteit, soms een helpende hand en vriendschap, vaker egoïsme en eigenbelang.

Het imposante decor bepaalt de mogelijkheden en vooral onmogelijkheden voor de performers. Ze worden gedwongen om te reageren op de steeds veranderende, onvoorspelbare en bedreigende omstandigheden, Het is de afspiegeling van een samenleving waar onbeheersbare krachten uit zijn op ontwrichting en chaos.

Dat leidt tot overleven, reddeloosheid en paniek, Spelers zoeken hun weg in grote onzekerheid.  Dat is fascinerend. Maar het stuk is ook ingetogen en te traag, spannend wordt het zelden.

In de schemering

Choreograaf Pia Meuthen van Panama Pictures werkt al vele jaren met dansers en circusartiesten. Dansers als Tarek Rammo en Davide Bellota bewegen in haar voorstellingen als acrobaten, op de grond én in de lucht, de acrobaten als Fynn Neb zijn ook danser.

'The man who fell from te sky' begint in de schemering. Hoog in de lucht zijn bewegingen zichtbaar, als de ogen langzaam wennen en het licht toeneemt zijn zeven performers zichtbaar.

Ze zitten op een raster, een raamwerk van dunne buizen, dat aan stevige kabels hangt. Het lijkt een nest, een oord voor primaten, en vooral een gevaarte om aan te hangen, om in te kruipen, aan te hangen, doorheen te klauteren. Daar maken de performers gretig gebruik van.

Alfa, Charlie

Zitten ze daar vrijwillig of zijn ze daar na een ongeval beland? Het laatste, daar lijkt het op: het noodalfabet is hoorbaar: 'Alfa, Julliet, seven, Charlie...' Langzaam laten ze zich zakken, via de rug en handen van een ander. Dat oogt als verbondenheid en samenwerking, al is die van korte duur. De laatste man blijft alleen achter. Niemand helpt hem, niemand heeft nog oog voor hem.

Er is nog een raamwerk. Groot en schuin. Met de ene kant leunt die het op de vloer, om van daaruit scheef de hoogte in te gaan, naar twee boomstammen die het raster lijken te dragen.

Ook dit raamwerk is een ontdekkingstuin voor de mannen. Om zich uit te leven, om elkaar de loef at te steken, om hun eigen wereld te creëren en veilig te stellen. Omhoog kan ook, die uitdaging gaan ze aan. De grenzen worden verkend.

Hangend aan een kabel

De hoge stammen zijn om in te klimmen, om op te staan en zelfs om mee te zwaaien. Hangend aan een kabel draait het bovenste gedeelte van een boomstam door de ruimte, voortbewogen door Fynn Neb die net daarvoor al hoog in de lucht op de stam heeft staan balanceren.

De bewegingen van de performers zijn flegmatiek, laconiek. De ene danser duwt zijn hand even tegen de wang van de ander. Die medespeler draait vluchtig weg en gaat door met zijn eigen beweging. Een ander rolt over de rug van een andere danser. De ene beweging zet de andere in gang.

De dansers duwen elkaar, dragen elkaar., trekken aan elkaar Het is een continue beweging. En concurrentie ligt op de loer. Een liggende boomstam heeft slechts plek voor zes zittende dansers. De zevende man die een plek probeert te veroveren wordt voortdurend aan de kant gezet. Met de handen, met de billen.

 

Panama Pictures met 'The man who fell from the sky' 
Gezien: Verkadefabriek in Den Bosch.

Van het een op het andere been

Bijzonder en prachtig is de scène waar de mannen wijdbeens, met de neus dezelfde kant op, synchroon van het ene been op het andere wippen. Op een gegeven moment komt er een uitgestoken hand bij. Het is een ijzersterk beeld. En dat indrukwekkend moment gaat verder als dansers achterwaarts wegstuiven en achterop de vloer opnieuw groeperen.

Energie van het ensemble

De performers bewegen als individuen, soms in duetten, maar de energie spat er pas echt vanaf als ze in een ensemble dansen.

De staande en liggende boomstammen zijn imposante objecten. Ze nemen de ruimte in, zeker als ze bewegen en draaien. En natuurlijk kan de danser eraan hangen, bovenop zitten en mee rondcirkelen. Maar die objecten zijn ook obstakels want de performers moeten voortdurend bukken, snel aan de kant springen en er onderdoor kruipen. 

Spettert niet

Het is een decor vol uitdagingen. De dansers zoeken die op en komen die nog vaker onverwacht tegen. Maar het stuk spettert niet, soms verdwijnt de dans achter de imposante attributen op de vloer. Er is vaart, veel interactie en toch komt het ietwat stroperig over.

Het helpt niet dat Panama Pictures al in meerdere voorstellingen thema's belicht die op elkaar beginnen te lijken. Met interactie  tussen mannen, met alle conflicten van dien,  kan een choreograaf veel kanten op, maar een ander thema zou verfrissend zijn. Wat dat betreft is het 'mayday'.

De muziek is zoals in veel voorstellingen van Panama Pictures krachtig. Dans, circus en muziek vormen een sterke eenheid. Als in het begin van de voorstelling de spot op de mannen hoog op het raster is gericht, is een andere spot gericht op een muzikant in de hoek van de speelvloer. Het tekent het belang van muziek.

Die gitarist staat weliswaar op de achtergrond, maar is zeer aanwezig. Net als de draaiende boomstammen en de raamwerken om in te klauteren dwingt hij de dansers de richting van de muziek te volgen.

'The man who fell from the sky'
Foto: Teis Albers